Gelezen door: André Oyen (3553 boeken)

Citaat: "Mijn vader zegt dat gematigd progressieven mensen zijn wier afschuw van Afrikaners groters is dan hun angst voor zwarten. "

Michiel Heyns (Stellenbosch, 1943) is van huis uit vertaler. Hij studeerde in Cambridge en Stellenbosch, waar hij nu universitair docent is. Zijn Engelse vertaling van Agaat van Marlene van Niekerk werd bekroond met de Sunday Times Fiction Award. The Children’s Day/Een jongensvriendschap was zijn debuut; inmiddels werkt hij aan zijn vijfde roman.

Michiel Heyns roept in een broeierige roman de sfeer van een jeugd in de jaren zestig op in het Zuid-Afrikaanse plattelandsdorp Verkeerdespruit. Ontluikende (homo-)seksualiteit en gierende hormonen botsen in de bekrompen wereld van Afrikaner burgerij. Echte vrienden zijn Simon, een intelligente zoon van een Engelse rechter, en Fanie, de simpele ziel uit het dorp, niet. Ze leerden mekaar op de lagere school kennen. De auteur heeft echter gekozen voor een raamvertelling, namelijk een tenniswedstrijd op de Engelstalige eliteschool van Simon tegen bezoekende leerlingen van een technische school met arme Afrikaner kinderen, onder wie Fanie. Simon en Fanie hadden elkaar uit het oog verloren, maar Fanies komst brengt bij Simon een stroom herinneringen op gang.

De sfeer van het plattelandsdorp wordt knap neer gezet, met een aantal excentrieke dorpsgenoten zoals Bettie van de centrale zonder kin, de leraren van zijn lagere school en Steve de eerste hippie die het dorp aan doet, een assertieve homokapper, die de dames met ingewikkelde suikerspinkapsels opzadelt, enz.

De worsteling met zijn ontluikende seksualiteit en zijn strijd om een plek te veroveren in het dorp zorgen voor voortdurende spanning bij Simon. Michiel Heyns schetst de twee figuren Fannie en Simon heel sterk en voor mij is de verstandige Simon veel minder sympathiek, dan de bijna autistische maar ook goeiige Fanie. Een heel bijzonder boek dat wat sfeerschepping erg aanleunt tegen het werk van Marlene van Niekerk en Etienne Van Heerden.