Gelezen door: André Oyen (3553 boeken)
Citaat: "
“Die avond gaf ze blijk van haar verlangen. In geringe mate natuurlijk. Gedurende drie seconden. Het is weinig, maar het is enorm, zoals Victor Hugo zou zeggen. Haar hand, die zoals ik voelde voor eeuwig rond de mijne was samengeknepen, ontspande zich gedurende drie seconden en volgde perfect de omtrekken van mijn handpalm en vingers om vervolgens weer hevig samen te knijpen, als om mijn vingerkootjes te verbrijzelen.”"
Georges Perec(7 maart 1936 - 3 maart 1982) was een zoon van Poolse Joden die naar Frankrijk waren uitgeweken. Zijn vader sneuvelde in 1940, zijn moeder werd gedeporteerd in 1943 en vergast. Hij groeide op bij een oom en tante.
Zijn romandebuut in 1965, Les Choses, Une histoire des années 60, beschrijft het ontstaan van de consumptiemaatschappij aan de hand van een eenvoudig verhaal over 'de dingen', statussymbolen die aan de ambities van de hoofdpersonen (een jong koppel) beantwoorden. Het was een sociologische roman die de Prix Renaudot kreeg.
In 1967 werd Perec lid van 'OuLiPo','Ouvroir de Littérature Potentielle' en werd daarvan, naast Raymond Queneau, de bezielende kracht. Ook Marcel Duchamp en Italo Calvino maakten deel uit van die club.
In 1969 verscheen La Disparition, een literaire thriller rondom de verdwijning van de letter 'e'. In het verhaal van ruim 300 pagina's komt die letter geen enkele maal voor. Na een Engelse vertaling in 1994, getiteld A Void, door Gilbert Adair een Duitse vertaling door Eugen Helmlé met als titel Anton Voyls Fortgang, een Spaanse El Secuestro waar de 'a' is weggelaten in de vertaling, als meest voorkomende letter in de Spaanse taal, een Zweedse vertaling Försvinna, een Italiaanse La scomparsa en een Turkse versie Kayboluş, verscheen ook een Nederlandse vertaling (van de hand van Guido van de Wiel) in april 2009 onder de titel 't Manco bij De Arbeiderspers. In 1972 keerde Perec die krachttoer om in Les Revenentes - daarin is de 'e' de enige gebruikte klinker.
In 1978 publiceerde hij zijn magnum opus La Vie mode d'emploi, romans. 'Romans' in het meervoud want het gaat om honderden verhalen die met elkaar verbonden worden door een gebouw met negen woonniveaus en een kelderniveau aan de Simon-Crubellierstraat nr 11 in Parijs. Op de lagere verdiepingen bevinden zich telkens twee woongelegenheden, hoger drie en de twee hoogste zijn opgesplitst per kamer (de vroegere dienstbodekamers). Daarin spelen alle verhalen zich af, niet als in een soapserie, integendeel, vaak in isolement of wederzijdse onverschilligheid. En toch overstijgen zij de context van het gebouw want elke bewoner leeft met zijn of haar herinneringen. Honderden verhalen, honderden stijlen, van kitsch tot luxe, van boodschappenlijst tot filosofische beschouwingen, van nonsens tot schaakproblemen. Dit boek werd bekroond met de 'Prix Medicis'.
In 2017 werd het grootste deel van Perecs werk uitgegeven in de prestigieuze Bibliothèque de la Pléiade.
In 1989 bezocht David Bellos, de biograaf van Georges Perec, Belgrado. Hij was er om Joegoslavische vrienden van de schrijver op te zoeken waarmee hij in het midden van de jaren 50 in Parijs was omgegaan. Eén van die vrienden, Mladen Srbinović, bleek een doorslag te hebben van de tekst van De aanslag in Serajevo van Perec. Bellos wist uit correspondentie van Perec dat het er moest zijn, maar had het tot dan toe niet kunnen vinden, ook niet bij de uitgevers die het hadden afgewezen. In 1992 vond hij in een archief in Parijs nóg een exemplaar. Het bleek te gaan om een versie die door een toenmalige schoolvriendin van Perec, Noëlla Melut, was uitgetypt. In 2016 verscheen de roman met annotaties. Nu is er de Nederlandse vertaling door Edu Borger. Daarin is, net als in het Franse origineel, te zien wat in de verschillende versies is geschrapt.
De aanslag in Serajevo is de vroegste roman van Perec die in druk verkrijgbaar is. Een nog eerdere novelle die Bellos eveneens in 1989 terugvond, Manderre, een pastiche op Paludes (Moerassen) van André Gide, is wel in het Frans maar nog niet in het Nederlands verkrijgbaar.
In De aanslag in Sarajevo combineert Georges Perec een historisch met een autobiografisch gegeven. Hij wisselt een verhaal over een driehoeksverhouding af met een reconstructie van de moord op Frans Ferdinand, die leidde tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In het liefdesverhaal hebben de ik-figuur (die als twee druppels water op de jonge Perec lijkt) en Branko (gebaseerd op een docent kunstgeschiedenis met wie Perec in Parijs kennis had gemaakt) allebei een relatie met Mila. De rivaliteit die dat oplevert belandt in een precaire fase wanneer de ik-figuur besluit Branko uit de weg te laten ruimen.De aanslag in Sarajevo is van een ander niveau dan zijn latere romans ook al herken je een aantal constante elementen in het werk.
|
Reacties (0)Delen
|