Gelezen door: Gaby van Wunnik (2 boeken)
Citaat: "Eensklaps zeilde Magda door de lucht. De hele Magda doorkruiste een hemelruim. Ze leek een vlinder die een zilveren wingerd beroert. En op hetzelfde moment dat Magda's ronde gevederde hoofdje en haar potloodbeentjes en ballonbuikje en zigzagarmpjes tegen de omheining spatten, zetten de stalen stemmen het op een uitzinnig grommen, zweepten Rosa op tot rennen, rennen naar de plek waar Magda uit haar vlucht tegen de elektrische omheining was gevallen, maar Rosa gehoorzaamde hen natuurlijk niet. Ze bleef enkel staan, want als ze rende zouden ze schieten; en als ze trachtte de stokjes van Magda's lijfje te rapen zouden ze schieten, en als ze het wolvengekrijs dat nu omhoogklom door de ladder van haar geraamte liet ontsnappen zouden ze schieten; dus nam ze Magda's sjaal en vulde er haar eigen mond mee, propte hem erin, totdat ze het wolvengekrijs had verswolgen en de amandelen en kaneel proefde op de bodem van Magda's speeksel; en Rosa dronk van Magda's sjaal totdat hij was opgedroogd."
In dit verhaal/novelle brengt de schrijfster ons op een haast koel observerende wijze één van de gruwelijke verhalen van de holocaust in herinnering. Het hoofdpersonage Rosa bevindt zich samen met haar nicht Stella, in een Duits concentratiekamp. In een sjaal, dicht bij haar hart, verbergt Rosa haar baby Magda. Wanneer de bescherming van de sjaal wegvalt, wordt Magda ontdekt en vermoord. De intens beeldende taal doet je haast voelen hoe Rosa's geest hierbij breekt.
Hoe Rosa met deze ondraaglijke realiteit dertig jaar later overleeft, wordt in vlotte dialogen beschreven. Die worden afgewisseld door intens aangrijpende, plastische beschrijvingen van de vooroorlogse periode in Polen en de naoorlogse Amerikaanse samenleving. Een maatschappij die verbijstert omdat "niemand zich herinnerde wat nog maar kort geleden was gebeurd". Deze stilistische parel lees je in één lange avond uit, maar de beklemmende boodschap laat je niet meer los.
|
Reacties (0)Delen
|