Gelezen door: Theo Schippers (104 boeken)
Citaat: "You hear the hum, the whisper, the shout, the talk, the music, the sounds and silence of nature, but you do not hear the scream."
De plot
Het boek speelt zich af in Turkije, op een moment dat de Koerden vechten voor hun eigenheid, en op een eiland in Noorwegen. Het draait om drie familieleden die op zoek zijn naar zichzelf, of zichzelf denken te hebben gevonden: vader, bekende schrijver met een writer’s block. Moeder, befaamde wetenschapster. Allebei waren ze activisten in hun jonge jaren, tegen het regime, Turken die betoogden voor de Koerden. Ze hebben hun zoon opgevoed om minstens even idealistisch en succesvol in het leven te zijn als zijzelf. Maar de jongen slaagt nergens in. Hij vindt zijn geluk ver weg, op een Noors eiland, waar het leven nog uiterst eenvoudig is. Hij is er visser.
De drie hoofdpersonages zijn ieder op zoek naar zichzelf, stellen ook hun relatie met elkaar in vraag, dat alles tegen de achtergrond van het geweld van Koerden, het geweld tegen de Koerden, aanslagen.
Uiterst mooi geschreven, maar langzaam
Van bij het begin pakte de stijl me enorm. Dat bleef zo duren. Veel landschapsbeschrijvingen, en een prachtige manier om met levensvragen om te gaan: de auteur stelt voortdurend vragen, of laat haar personages vragen stellen. Er volgen geen antwoorden, hoogstens ‘misschien’, maar dan meestal in de betekenis van vertwijfeling, het moet dus steeds somber blijven. Ook vind ik het jammer dat, als er zoveel vragen zijn, de auteur af en toe ook ruimte laat aan ‘tekenen’, zaken als ‘ik had het gevoeld’, kortom zaken die naar geloof neigen. Vragen verdragen geen geloof.
Typisch Oosters?
En hoewel het verhaal interessant is, evolueert het erg langzaam. Ik vraag me af of dit niet thuishoort in de Oosterse vertelkunst. Wij kennen ook dikke boeken, maar dan gebeurt er van alles. Hier verandert er slechts mondjesmaat iets aan de setting. De evolutie is duidelijk, maar het gaat voor ons westerlingen waarschijnlijk erg langzaam. Ik kreeg toch de indruk dat ik al wel wist wat er stond, verlangend naar snellere evolutie.
Een klaagzang
Niet alleen evolueert het verhaal langzaam, het lijkt op den duur ook een onafgebroken klaagzang. Donker, pessimistisch. Er worden veel vragen gesteld, jazeker, maar steeds vanuit het lijden van de mensen. Niet veel leuks onder de zon.
Geweld
Sommige passages zijn ook uiterst gewelddadig. Niet zozeer omwille van het geweld, maar omdat de auteur zo goed kan schrijven. Ik raakte er helemaal door van de kaart. Gelukkig beseft de auteur wel degelijk hoe zwaar deze passages zijn. Ze maakt ze nooit erg lang.
Landschapsbeschrijvingen
Wat we wel meekrijgen tussen al die klaagzangen door zijn prachtige landschapsbeschrijvingen. Dat is het enige wat opbeurt in dit sombere boek, daarom kon ik er ook niet om lachen toen de auteur in een passage de bergen (prachtige fenomenen toch?) vereenzelvigde met geweld en kwaad. Dat komt omdat de Koerden vechten in de bergen. De zee is dan symbool van vrijheid en zachtheid. Alsof er geen oorlogsvaartuigen bestaan, drenkelingen. Nee, natuur mag je geen persoonlijkheid geven.
Politiek-filosofisch
Ik had gehoopt op iets meer uitleg over de Koerdische en Turkse kwestie maar we krijgen al een goed beeld. Een onaangenaam beeld, met de idee ‘ik wist niet dat het zo erg was’. Tegelijk worden de Koerden zeker niet als lieverdjes afgebeeld. Ze zijn net als de Turken, net als alle mensen. Op dat vlak loopt het boek over van nuance en menselijkheid, en laat het de onnodige gruwel duidelijk zien.
Conclusie
Een prachtig boek dus, maar je moet het ervoor over hebben om het te lezen: ondanks de prachtstijl en de natuurbeschrijvingen is het lang, somber, en het windt geen doekjes rond geweld en menselijk verdriet. En ondanks alle nuance en psychologie, ondanks de stijl met veelvuldige vragen naar de lezer toe, krijg je toch geen écht diepgaande vragen om te kijken of de de ziekte van het menselijke brein, opgelost kan worden.
|
Reacties (0)Delen
|