Gelezen door: André Oyen (3553 boeken)
Citaat: "In de vroegte werd de klok geluid: er was brand. Ik had mij niet uitgekleed en was spoedig buiten, spoedig meegevoerd door de schreeuwende boeren. Toen zij daar kwamen wat het te laat. Alleen huisraad-hoe weinig -werd nog gerrd. De idioot stond naast mij. Ik hield hem bij de hand en frommelde zijn vingers zacht als een lege lere handschoen. uit Een vacantie"
Het thema van de Boekenweek 2015 was waanzin. Daardoor wordt deze 'Gekkenpraat' van W.F. Hermans, een posthume uitgave van verhalen, gedichten en essays plots brandend actueel. Maar eigenlijk kan dat van alle werken van W.F. Hermans gezegd worden, aangezien zijn scherpe stijl en zijn verontrustende verhalen universeel zijn. Als één auteur in de Nederlandse letteren zich heeft verdiept in gekte en idiotie, in achtervolgings- en betrekkingswaan, in obsessies en hallucinaties, dan is het Willem Frederik Hermans. Al in een van zijn eerste publicaties, het verhaal `Een vacantie' in de schoolkrant van het Barlaeus gymnasium, gaat het over een man die rust zoekt op het platteland, maar terechtkomt bij een boer die zijn eigen boerderij in de fik steekt. Ook zijn latere oeuvre is vergeven van dolende zielen, die stuk voor stuk geestesziek of op zijn minst geestelijk getroubleerd zijn. Van het verhaal `Atonale uit een vroege bundel als Moedwil en misverstand tot en met `Naar Magnitogorsk uit De laatste roker.
De mooiste verhalen zijn samengebracht in de bloemlezing Gekkenpraat, samengesteld en van een inleiding voorzien door Hermans-biograaf Willem Otterspeer. 'Gekkenpraat' is een allegaartje van geschriften van Hermans, met een focus op zijn vroege werken. We vangen onze lectuur aan met essays en korte verhalen die hij schreef in zijn middelbareschooltijd. In de inleiding van Hermansspecialist Willem Otterspeer vernamen we al dat het vroegste werk van Hermans heel wat van zijn kenmerkende stijl bevat. De lezer kan dat alleen maar beamen. In een verhaal zoals 'Vacantie' (de oude spelling moeten we er helaas wel bijnemen) weerklinkt immers de eenzaamheid en de absurditeit van zijn latere novelle 'Het behouden huis'. Ook Hermans' lovende woorden over Edgar Allan Poe in het essay 'Thrillers' biedt een inkijk op zijn literaire voorbeelden. Dat geldt eveneens voor andere essays over Camus, Multatuli, Céline en Kafka.
De gedichten van Hermans vormen een aangename afwisseling in de bloemlezing, maar verstoren soms wel het ritme van de verhalen en de essays. Die laatste twee sluiten inhoudelijker namelijk meer bij elkaar aan. Hoewel Hermans geen bekend dichter is en vrij klassieke gedichten produceerde, heeft hij ook duidelijk talent voor poëzie. Verwacht echter geen liefdespoëzie of bevlogen lyriek, maar veeleer gebalde, klassieke verzen waarin de oorlog een grote aanwezige is. Hermans blijft toch op z'n best wanneer we zijn verhalend proza lezen. Hoewel hij in deze vroegere verhalen aanzienlijk meer beschrijvingen gebruikt, is het stuk voor stuk beklijvend proza. Het oeuvre dat Hermans tot stand heeft gebracht en de tragische levensvisie die erin tot uiting komt zullen indrukwekkend blijven in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur.
|
Reacties (0)Delen
|