Gelezen door: André Oyen (3553 boeken)
Citaat: "Er is iets vreemds aan ons bestaan. Het leeft zichzelf in een absolute een-op eenverhouding. Zelfs het grappigste en onzinnigste spel vindt plaats binnen een serieuze setting, en verbruikt precies evenveel tijd als het tragische of het doodgewone."
Manon Uphoff debuteerde in 1995 met een verhalenbundel, Begeerte. Voor haar novelle De ochtend valt (2012) won ze de Opzij Literatuurprijs en ook haar verhalenbundel De zoetheid van geweld (2013) is goed ontvangen. Nu is er dus een herdruk van twee eerdere novellen, De vanger en De bastaard.
Toen, tien jaar geleden, heetten ze de eerste twee delen van een trilogie te zijn, maar nu anno 2014 zijn ze in één band verschenen. Het zijn twee verschillende verhalen. In de De vanger is er een verteller die verslag doet over een vrouw en een man, zij een erfgename, hij de werkman die aanvankelijk alleen maar het huis kwam renoveren. Het is een groot, vervallen huis dat vroegere grandeur uitstraalt. Ze worden verliefd, beginnen een relatie. Ze krijgen een kind. De verteller registreert, geeft handelingen en dialoog weer, maar zonder psychologische achtergronden of gedachten. Maar dat hele kale soms hortende geeft wel een enorme spanning aan het verhaal, je voelt dat er iets ergs gaat gebeuren.
De bastaard is melodramatischer van toon. Arinde, de hoofdpersoon, woont ook in een groot en vervallen huis. De man in haar leven, Bastiaan, verzorgt haar; hij is de bastaard van haar overleden echtgenoot Maurice. Ook haar zoon Thomas is overleden aan tuberculose. We worden geconfronteerd met het levensverhaal van Arinde van haar eenzame jeugd in het landhuis met haar twee ouders, haar huwelijk, de geboorte en dood van haar zoon en tot slot de neergang van haar huwelijk en het verval van het huis.
Verval, ouderdom, eenzaamheid, onmacht zijn heel dominerende factoren in de twee novelles die zich door hun prachtige beeldtaal in het geheugen van de lezer verankeren.
|
Reacties (0)Delen
|